2008

Korte samenvatting
CV de Faant viert dit jaar zijn 33-jarig jubileum. Het motto in het Faanteland was dit jaar “Wai viere twee drieje”. CV de Faant bouwt dit voor het eerst een echte gigantische wagen in de creatie 33 jaar CV de Faant. Het motto van de wagen is “Ze kanne nie oem oos henne.”  Met deze wagen behaalt CV de Faant de eerste prijs en de prijs van de mooiste wagen. Karakteristiek in deze wagen zijn onder meer de narren die onlosmakelijk bij carnaval horen. Verder zijn  er een groot aantal specifieke Faantse zaken in de wagen verwerkt. Noemenswaardig zijn onder meer de geveldecoratie van Boelaars, De Faantse Faant en Grotste ouwe Droif, Napoleon, Snoppinneks en natuurlijk een olifant. Wat zeker in deze vernoemt dient te worden is de trekkerombouw waarop een van de meest illustere bouwers van CV de Faant, te weten Pieter van Leeuwen, is vereeuwigd.



Faante beginnen jubileum in D’n Berrig.
Op zondag 3 februari laten De Faanten zien waarom ‘Ze kanne nie oem oons henne’ een terechte slogan in ons clublied is. Met deze historische, zeer kleurrijke jubileumwagen behaalt CV de Faant de 1^e prijs en de prijs van de mooiste wagen. Faantste Faant Jurgen Baardemans straalt met aan zijn zijde de nog meer stralende Grotste Ouwe Droif Dorine Blankers. Talloze Faanten in gruun en gèèl lopen heel trots te zijn. En iedereen is het  er op dat moment over eens: Dit is onze mooiste wagen tot nog toe.

Het is eind augustus als de pioniers van de bouwploeg neerstrijken langs de oever van de Donge in Geertruidenberg. De Faant uit ut Faantelaand begint met de wagenbouw in D’n Berrig? Het lokt zelfs oer-Sandoelenaar Pieter van Leeuwen over de brug. Onze wagen, ons onderstel staat buiten het carnavalsseizoen op de werf van Van de Sande. Begin november wordt ie altijd naar zijn vertrouwde Faantelaand gehaald, waar hij in de bouwhal gedurende drie maanden in een kunstwerk verandert. Maar dit keer is het anders, nu is het 2007. Het jaar voor 2008, het 33-jarig jubileum van de club nadert met rasse schreden.

En de plannen zijn groot. De wagen naar een hoger plan tillen, de lat hoger leggen dan normaal. Daarom komen volwassen mannen, alsof ze op een woensdagmiddag als kwajongens een hut gaan bouwen, ondeugend bij elkaar en slaan piketten, zet Piet Kuijten een container en regelt Cor Baardemans dat de wagen de ruimte krijgt. Het is een soort van bivak en allengs wordt de groep groter. Men voelt dat er iets bijzonders staat te gebeuren. Ruim twee maanden wordt elke dinsdag– en donderdagavond en zaterdagochtend met zo’n 10 à 15 man de basis gelegd voor een unieke wagen. Het weer helpt de noeste bouwers een handje. In de zwoele nazomeravonden wordt hard gewerkt en veel gelachen.

Bertus Fens is een balscheut van zijn werkgever de PNEM verwijdert en roept ‘es die paip er mee oitschaait mee roke, dan stort hil onze waoge in mekaore’. Jos de Meijer entertaint het gezelschap met de ene kwinkslag na de andere. Bertus Keijzers Junior.nl  lijkt na het zomerreces als een mol onder de grond vandaan te zijn gekomen en brengt zijn onafscheidelijke staart en peuk mee. Wanneer de trekvogels gaan overwinteren in warmere oorden en het eerste blad valt, duikt hij weer op. Jurgen Fleischman meldt zich als kersverse, bloedfanatieke bouwer van de Faant. Adje Mutsaerts en Jan Willem Simonse (‘dieje Zeeuw’, zegt Bert Fens) voelen zich thuis langs het water. Marius van den Boogaart fabriceert een knap staaltje mechaniek en laat een nar Efteling-achtige buitelingen maken. Onder het motto ‘Wai viere twee drieje’ bouwt CV de Faant voor het eerst een gigantische wagen.

Karakteristiek in deze wagen zijn ondermeer de narren die onlosmakelijk met carnaval zijn verbonden. Ontwerpers Jan en Paul Marcelissen laten tevens tal van traditionele clubelementen in de wagen tot uiting komen. Paul vereeuwigt op de trekkerombouw een illustere bouwer van het eerste uur: Pieter van Leeuwen. Pieter zal zichtbaar verrast op de zondag voor de optocht zijn eigen kop onthullen. De geveldecoratie van Boelaars wordt o.l.v. Toon de Meijer in beweging gebracht evenals de marot in de handen van de grote nar. Napoleon wordt een klus voor de jonge bouwer Sebastiaan Marcelissen. We zien de Faantste Faant en de Grotste Ouwe Droif en er is een verwijzing naar de vermaarde snotpinnekesbals met de roemruchte grabbelton. De bouwers aan de kade van De Donge vertrekken haast met weemoed naar Raamsdonksveer. Niemand minder dan good-old Toon van Strien, die in het verleden al meer huzarenstukjes met De Faant heeft opgevoerd, komt nog 1 keer de gelederen versterken. In totaal wordt er vijf maanden gebouwd. 


Klik hier voor meer foto’s.