Cookie beleid CV de Faant

De website van CV de Faant is in technisch beheer van VerenigingAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Overzicht per jaar

Klik hier voor meer informatie over de historie en het productieproces van het insigne.

Klik hier voor alle foto's van de insignes vanaf 1983.

Insigne 1983 - (‘Dè moete wai ok kanne’) Olifant in Narrenpak


Het eerste insigne van CV de Faant verscheen in 1983. Jos Marcelissen zag in Bergen op Zoom en ook in Oosterhout bij Betje Cornelisse in café ‘De Koppelpaarden’ gipsen oorkonden en insignes. Ze leverden een bijdrage aan het motto van het plaatselijke carnaval. De creativiteit, de kleuren, maar vooral het feit dat het met de hand gemaakte en beschilderde modellen waren, inspireerde Jos enorm. ‘Dè moete wai ok kanne’, zei hij. Vol goede moed begon hij aan deze spannende onderneming. Een olifant in narrenpak, vervaardigd uit modelklei, werd het motief. Symbool voor het Ferse carnaval, zo stelde men.

Jos stond in het koude, klamme schuurtje de mallen vol te gieten en werd ondertussen belangstellend gevolgd door Faanten, die ondertussen samen met Jos ook aan een wagen bouwden. Hij experimenteerde in het schuurtje dat krom stond van de kou en het vocht en zag met eigen ogen dat het gips wanhopig lag te tobben in de rubberen mallen ten einde op tijd droog te zijn.

Het drogen van de gips verliep natuurlijk traag. Jan van Seters en Pieter van Leeuwen sleepten verwarmingsapparaten aan, maar een elektrische radiator joeg de meterkast op hol en van lieverlee kwamen alle gietsels op zolder. Lekker warm boven de verwarmingsketel. Omdat nog niet iedereen geloofde in deze missie besloot Jos alle risico’s op zijn schouders te nemen. Hij wilde nog niemand binnen de club belasten met het verfwerk, maar zette wel zijn zoons aan de slag. Pakweg 450 insignes werden behandeld en voor 2 gulden aan de man gebracht. Bertus Keyzers maakte gebruik van zijn naamsbekendheid en verkocht het leeuwendeel. Bertus en Jos hebben nog jarenlang insignes verkocht in Raamsdonk. Op carnavalzaterdag bekeken ze eerst de optocht van Den Haaykaant en togen dan de cafés in. Ze deden dan voor de club goede zaken. Het eerste jaar werd meteen een succes. Er bleven er niet veel over.

Insigne 1984 - Holland Ballonfestival
Daarom werd voor 1984 weer een insigne ontworpen. Een carnavaleske luchtballon, refereerde aan het Holland Ballonfestival van de zomer van 1983, georganiseerd door Louwman en Parqui en met medewerking van leden van Veerse Boys en Good Luck. Het verfwerk was dit jaar een enorme klus, want er zaten zeer veel kleuren in dit model. Ook dit keer werd het een succes, al bleven er meer over dan in het eerste jaar. Notulen van de bestuursvergadering van 14 maart 1984 melden een batig saldo van 731 gulden en 10 cent wat betreft de verkoop. Een welkome bijdrage aan de clubkas, zo vonden de bestuursleden.

Insigne 1985 - Tien jaar Prins Bert I
In het ontwerp van 1985 zien we een olifantje in prinsgewaad. Prins Bert I was dat jaar 10 jaar aan het bewind, vandaar. Bovendien bestond het Faantelaand 10 jaar. Het was wederom een bewerkelijk insigne. Henk en Rian Luijbregts begonnen gelukkig mee te verven. En eigenlijk is er in de jaren daarna nooit gebrek aan vrijwilligers geweest. Steeds meer leden raakten overtuigd van het succes van het insigne en meldden zich spontaan aan. De ‘schildjes’ zoals ze wel eens werden genoemd, waren nu van een harder soort gips. Er kwamen namelijk de eerste 2 jaar wel eens klachten over die breekbare ‘dinger’. Met keramin-gips hoopte men dat voortaan te beperken. Het financieel verslag van 1985-1986 meldt een bedrag van 884 gulden aan inkomsten wat betreft de insignes.

Insigne 1986 - De Nar ( “11 )
‘Een knaak per stuk.’ Het bestuur waagde het na lang vergaderen de prijs voor een insigne vanaf 1986 op te voeren naar f 2,50. Het Faantelaand en C.V de Faant vierden hun 11 jarig - bestaan. De nar, het symbool van de zotheid en ‘11’ het gekkengetal. De combinatie lag voor de hand. De verkoop liep gesmeerd. De eerste verzamelaars dienden zich aan. En dat was nou precies wat de pioniers beoogden.

Insigne 1987 - Feminisme
Toen in dat zelfde jaar enkele ‘feministische’ vrouwen binnen de club zich lieten ontvallen, dat De Faant met zijn fanatieke wagenbouwers een echt mannenwereldje begon te worden, werd via het ontwerp voor 1987, de vrouwen tegemoet gekomen. Een dansende boerin met boer werd al in de zomer gemodelleerd. Het gips droogde dan beter en de geduldige schilders konden hun werk wat meer spreiden. Opvallend genoeg gingen zich steeds meer vrouwen ontfermen over het verfwerk.

Insigne 1988 - Faantste Faant

Het fenomeen ‘Faantste Faant’ naar een idee van Pieter van Leeuwen had in 1986 zijn intrede gedaan binnen de clubtradities. Vanaf dat jaar werd er elk jaar iemand gekozen. In het insigne van 1988 zien we hem echter pas terug.

Insigne 1989 - Grotste Ouwe Droif

Sneller verliep het met het verschijnsel Grotste Ouwe Droif. Deze vrouwelijk equivalent van de Faantste Faant werd in 1988 voor het eerst gekozen en al in 1989 volledig in het insigne verwerkt. Vanaf dit jaar krijgen alle FF en GOD een onderscheiding met achterop een lijntekening van bovengenoemde twee ontwerpen als inscriptie.

Insigne 1990 - Rol Perkament (Klein van formaat)
In 1990 vierde onze club zijn 15-jarig bestaan. Het insigne voorstellende een rol perkament met daarop twee kruiken gevuld met bier, diende daarom als aankondiging van dit heuglijke feit. Het jubileum werd op bescheiden wijze gevierd. Het formaat van de insignes zou vanaf dit jaar enkele jaren tamelijk klein zijn. Filosofie: Zo kunnen we er meer uit 1 zak halen van 25 kilo en we kunnen er meer verkopen.

Insigne 1991 - Typetje
In de jaren ‘50 en ‘60 wemelde het tijdens het carnaval van de blauwe boerenkielen. Dat beeld veranderde gaandeweg de jaren ‘70 en ’80. Meer en meer wordt het een mêlee van typetjes, met een voorkeur voor een vermomming als clown. Vandaar dat in 1991 als ontwerp wordt gekozen voor een clowns figuur. Dit is voor Jan Marcelissen de eerste keer dat hij het moedermodel boetseert. Het is tevens het eerste jaar dat Jan van Gennip het gietproces op zich neemt. Hij zal dit zes jaar doen. Het is de club er alles aan gelegen deze traditie na het overlijden van Jos Marcelissen in stand te houden. Onder coördinatie van de Activiteitencommissie, die onder de bezielende leiding van Anton Mureau, vele activiteiten onder zijn vlag heeft, worden maar liefst 7 adressen gevonden, waar leden bereid zijn het verfwerk te gaan verzorgen. Op elk adres worden ook alle kleuren gebracht, die het insigne nodig heeft, zodat de coördinator niet meer met een tubetje cadmiumgeel en vermiljoen rood van de ene verver naar de andere hoeft te leuren. De verkoop verliep echter miserabel slecht. Maar liefst 100 bleven er over.

Insigne 1992 - Dubbel om
De slechte verkoop van het afgelopen jaar zit de activiteitencommissie niet lekker. Het daarop volgende jaar werden maatregelen genomen om een dergelijke slechte verkoop te voorkomen. Liefst twintig leden waren bereid om al voor carnaval elk tien stuks te verkopen. In totaal waren er voor aanvang van het carnaval al zo’n 400 verkocht, omdat ook verkopers van de club ook zeer actief waren geweest in Raamsdonk tijdens de optocht en bij de carnavalsmiddag van Veerse Boys. Van de 648 stuks bleven er slechts 5 over. De Faantstraot meldt een bruto-opbrengst van 1.607,50 Gulden. Wat neer komt op 730,- Euro.

Het insigne van 1992 kon op 2 manieren worden gedragen. Het liet twee totaal verschillende gemoedstoestanden zien. Het lachende gezichtje moest uiteraard het vaakst worden gedragen. Op dinsdagavond, met de onvermijdelijke Aswoensdag voor de deur kon je het koordje met een simpele haal door het insigne trekken. Aldus hing dat eerst zo montere kopje ondersteboven en verscheen een droevig, nors gezicht. Het askruisje ontbrak niet. De harde realiteit drong zich weer op aan de carnavalsvierder. Dit insigne was vooral bij de snotpinnekes zeer in trek.

Insigne 1993 - Zelfkritiek
Het volgende insigne, de 11e in de reeks, moest een nar worden, zo werd besloten. Eentje die zichzelf een spiegel voorhoudt. De Faant en zijn zelfkritiek. Nog in de zomer werd ie vervaardigd en Jan van Gennip kon reeds bij zomerse temperaturen de mallen vol laten lopen, waar er in totaal 656 uit werden gewipt. Een record tot dan toe, Anton Mureau coördineert, inspireert dit vanuit de AC. Alle insigne worden verkocht, opbrengst 1.236,- gulden.

Insigne 1994 - Sauwelton (Klaosmanneke)
Een jaar daarop wordt dat aantal ruimschoots overtroffen. Liefst 720 stuks. Voor het eerst gaat de prijs omhoog naar een bedrag van 3 gulden per insigne. Een besluit van het bestuur. Er is lichte paniek want Tonny van Rooy die al enkele jaren het gros van de productie van kleuren voorziet, heeft een onwillige pols en kan met deze ‘insignepols’ dat jaar niet worden ingezet. Gelukkig is de animo zeer groot voor het verven, want het schilderen van onze insigne blijkt een leuke bezigheid te zijn. Er staan voor Tonny een boel vervangers klaar. Ine van Leeuwen, die al enkele jaren de insignes fanatiek schildert typeert het speculaaskleurige model van 1994 heel treffend. ‘Ut zen net klaosmannekes’.

Ook het insigne van 1994 kon op twee manieren worden gedragen. In het ontwerp zien we een sauwelton terug en dat verwijst naar de enorme opleving van het sauwelen in Ut Faantelaand. Dit exemplaar werd het kleinste insigne in de reeks tot nu toe.

Insigne 1995 - Kunstige Nar
De nar in het motief van 1995 ziet het een en ander door de vingers. De club laat het 20-jarig bestaan geruisloos voorbij gaan en de nar is zo flexibel dit de tolereren. Het idee is ingegeven door een schilderij uit de 16e eeuw van een tot nu toe onbekende schilder. Het werd in 1994 tentoongesteld in Het Markiezenhof in Bergen Op Zoom. Het onderschrift in bijgaande catalogus vertelt over de lakse moraal van de nar in die tijd.

Insigne 1996 - De wortels van een Faant
De Langstraat meldt na het carnaval van 1996 dat CV de Faant wederom kan terugkijken op een Faantastisch jaar. Niet alleen vanwege de zeer lucratieve T-shirt actie tijdens de Veerse Dag met opschrift ‘Oit de Weeg ik kom van `t Fèr’ maar ook door het feit dat de insignes weer grif van de hand zijn gegaan. Van de 630 blijft geen korreltje gips meer over.

Het insigne is qua formaat, met de contouren van een klomp, de grootste tot dan toe. Het figuurtje stelt een Biesboscharbeider voor met een staak in zijn handen. De man draagt behalve een schuin weggezakte pet ook een feestneus en een masker opzij. De Faant gaat derhalve een beetje terug naar de wortels van zijn bestaan. Vele van onze voorouders werkten in de ruige Biesbosch. Het waren eerlijke hardwerkende mensen, recht voor zijn raap. Hij verschool zich niet achter een masker. Een doorgewinterde Faant is eigenlijk tijdens de carnavalsdagen ook niet echt anders dan anders. Hooguit iets uitbundiger. Bovendien is het masker als relikwie binnen de rol omkeringen zijn functie enig ziens kwijtgeraakt nu we in een tijd leven van meer sociale gelijkheid. Een stukje cultuuruiting, een zoektocht naar identiteit en een soort van eerbetoon aan onze roots. Niet voor niets zagen we in de jaren’60 menigmaal een wagen in de optocht met een Biesboschtafereel.

Insigne 1997 - Olifant Napoleon Bonaparte
Voor het jubileumjaar 1997 komen er maar liefst 777 gipsmodellen uit de mallen van gipsgieter Peter Joore. Op dat moment en absoluut record. Napoleon Bonaparte als olifant. Of een olifant als Napoleon Bonaparte, waarvan het verhaal wil dat hij de geuzennaam Faant heeft bedacht. Dinsdagavond aan het einde van een geweldig carnavalsfeest laat Coördinator André Fens trots weten dat ze ook allemaal weer bij liefhebbers\sympathisanten van de club, maar vooral steeds meer verzamelaars zijn terecht gekomen.

Insigne 1998 - ‘Ut snotpinneke’
Kleurrijk is ‘Ut snotpinneke' van 1998. Een eerbetoon aan alle vrijwilligers die in de loop der jaren een bijdrage leverden aan de gezellige snotpinnekesbals in Zaal Boelaars. Bovendien laat men blijken ook aan de toekomst te denken, wat ook tot uiting zal gaan komen in de deelname aan de grote optocht van het Faantegrut. Een kleine 700 worden er gegoten en toevertrouwd aan de vaardige penseelstreken en het engelengeduld van de schilders.

Insigne 1999 - ‘Harten elluf’
Een zelfde aantal komt uit het rubber een jaar later. Een speelkaart met daarop een boer. De boer was jarenlang het symbool van het carnaval in Zuid-Nederland. In carnavalsbolwerken als Krabbegat en Oeteldonk is ie dat nog steeds. En sinds 1971 noemt Breda zichzelf Kielegat.

De link naar de traditionele boerenkiel kan in dit geval gemakkelijk worden gelegd. Toeval of niet, binnen de speelkaartenrangorde kan de boer als de elfde kaart worden gezien. Jan Marcelissen tekent dat jaar voor de 9e keer voor het ontwerp en de vormgeving. En 9x11=99, het jaar van verschijnen. Pikant detail is dat evenals in 1992 en 1994 voor een omkeerbaar motief is gekozen. De vrolijke boer kan bij het naderen van het askruis moment worden vervangen door de sombere boer.

Insigne 2000 - Geveldecoratie (Veel symboliek)

Uniek is natuurlijk wanneer je in je leven een millenniumwisseling meemaakt. Onze club opgericht in 1975 liep de kans dit te ervaren. Het idee kwam de vormgever eigenlijk tegemoet, werd hem in de schoot geworpen, middels een historisch feit binnen de club. In het jaar 2000 zou namelijk voor de elfde maal onze geveldecoratie op de luifel van ons Domicilie worden getorst. Reden om hier een replica van te maken binnen het insigne. Keurig netjes staat ie op de karakteristieke luifel met zijn arcade waar de millenniumcijfers 2000 precies onder passen. CV De Faant bewijst eens te meer zijn eigen geschiedenis te schrijven. Om het verhaal compleet te maken zijn de cijfers in zilverkleur geschilderd. De club bestaat immers 25 jaar. Peter Joore giet ongeveer 640 insignes die wederom door Leo Mureau van een latex grondtoon wordt voorzien. Dit jaar een prachtige okertint. Het gehele proces van ontwerper, mallen maken, gieten, grondverven, schilderen, vernissen en koordjes inrijgen wordt voor de eerste keer gecoördineerd door Andre Fens.

Insigne 2001 - Zelfspot
Carnaval leent zich bij uitstek voor het hanteren van zelfspot. CV de Faant laat in de tekening van het insigne zien dat het de draak steekt met zichzelf. Het laat namelijk een lachende ‘Grotste Faant’ zien op de kiosk, symbool voor het Ferse carnaval, herkenbaar voor elke Faant. Hij markeert het begin en het einde van ons carnaval. Nadat ie dagen wat klungelig en zielig op de kiosk heeft gelegen gaat ie op destaggenaovund in de hens en staan alle Faanten voor een voldongen feit: Het zit er weer op. Wat veel Faanten echter net weten, maar wagenbouwers des te beter, is dat er een soort van stilzwijgende afspraak bestaat die inhoudt dat de winnaar van de wagens verantwoordelijk is voor het maken van de pop ‘Grotste Faant’ voor het volgende carnavalsjaar. Aangezien de fanatieke bouwers van onze club grossierden in eerste prijzen. Het moge duidelijk zijn dat de fanatieke bouwers van C.V de Faant in de loop der jaren zeer frequent de klos waren in deze. Aan die gewoonte was nu een eind gemaakt door CV de Speer, die in 2000 met de eerste prijs bij de grote wagens ging sleeën. Aan hen de eer om die karakteristieke pop in overall met zakdoek en boerenpet gestalte te geven. Tijd over dus, zou je zeggen. Mooi niet echter. De Faant giet gewoon zelf 650 ‘Grotste Faanten’. Middels het op ludieke wijze ophalen van een zoete herinnering houdt De Faant zichzelf nog eens een carnavalesk spiegeltje voor. ‘Want valt er niks te krète, dan krette gewoon oew eige oit. Een fenomeen dat binnen de club altijd is gekoesterd.

Insigne 2002 - Oud en veural joeng
'Ne makkelijke oem te verreve’. Dat vinden de doorgewinterde insigneververs van het insigne 2002. Minder details, grotere vlakken. De COR kiest voor het motto: ‘Oud en joeng, daor draai ut oem’ en dat sluit mooi aan op bepaalde ontwikkelingen binnen de club. Of liever gezegd de gewenste symbiose tussen oud en jong, waarbij de eerste terugkijkt op het reeds roemruchte verleden van de club en de tweede, de snotpin, de toekomst inkijkt. Toch spelen ze, ondanks de gekeerde ruggen, onder een hoedje, want ze dulden elkaar in een steek. Ze hebben elkaar derhalve in de steek gelaten. Is dit nou letterlijk of figuurlijk? Of komen de neuzen uiteindelijk toch nog in dezelfde richting te staan? De ironie druipt er vanaf van dit insigne. Je kunt er alle kanten mee op, maar een noodkreet, vooral vanuit de bouwploeg, is hoorbaar: ‘Snotpinnen kom oep. Het zou leuk zijn als jullie straks aan het fantastische verhaal van De Faant weer een aantal hoofdstukken kunnen toevoegen’. Ongeveer 650 insignes stollen in de schuur van André Fens naar een vast vorm, waar er door hem ook nog eens 150 worden gemaakt voor het carnavalsscholenproject. Daarnaast verft ie er met Carola nog zo’n 100 stuks. Het gerucht gaat: André zit in het gips. De Euro doet zijn intrede. Voor anderhalve Euro zijn ze te koop.

Insigne 2003 - Grabbeltonjubileum
Een eerbetoon aan de snotpinnekescommissie en m.n. Henk van den Kieboom, die tijdens de canrvalsdagen voor de 25e keer de beroemde snotpinnekesmiddagen organiseert in Zaal Boelaars. Met uiteraard naast de Faantebox de niet meer weg te denken grabbelton. Talloze malen hebben Henk en zijn commissie kleine Faantjes met gespannen snoet zien grabbelen in de grabbelton. Vandaar dat dit symbool terecht het insigne domineert. Er worden 625 grabbeltonnen verspreid.

Insigne 2004 - Eindelijk clublogo

Het 22e insigne. Een feit om trots op te zijn. Het wordt een narfiguurtje, dat een lang neus trekt met zij slurf. De twee trossen van de narrenkap vormen gezichten die uitlopen in handjes, waarvan de ene verdwijnt achter de knopen van de jas en de ander een steek vasthoudt. Aldus een verwijzing naar Napoleon Bonaparte, naamgever van De Faant. Het bestuur besluit in overleg met ontwerper Jan Marcelissen, na jarenlange twijfel over een defintieve keuze voor een clublogo, dit voortaan als clubembleem vast te leggen. Uniek zijn de initialen aan de zijkant van het insigne van alle medewerkers aan dit kleinood, als blijk van diep respect voor al het werk wat zij hebben geleverd aan dit model en aan de exemplaren van de jaren ervoor. Aldus zien we de namen van Thea van Steyn, Rinus Kallemein, Conny van den Kieboom, Annemieke Zijlmans, Jan Marcelissen, André Fens, Carola Fens, Marian Fens, Wil van Loon, Heleen Gamers, Henk van den Kieboom en Wil Adriaanse. Aan hen de eer.

Insigne 2005 - Venetiaans nagenieten
Omdat we in 2004 een prachtige Ventiaanse carnavalswagen hebben gemaakt met een schitterend gekostumeerde loopgroep er omheen en aldus na een onderbreking van 5 jaar weer met de eerste prijs aan de haal gaan, blikken we met dit insigne terug op die memorabele creatie. Een Ventiaans masker. Omdat we er geen genoeg van kunnen krijgen.

Insigne 2006 - Tirol
Vrolijk carnavalsfiguur. Een Tiroler typetje. Ingegeven door de regelèèrs van De Fistaovund, die voor dit jaar als thema weer eens een ouderwetse Tiroler avond in de uitnodigingen heeft staan. Maar het ontwerp is ook geïnspireerd op een carnavalsvierder gezien in 2005 in Zaal Boelaars. Een stevige man met een enorme snor, in het dagelijks leven politieagent. Nu helemaal onttrokken uit de sleur van alle dag en uitbundig feestend, gekleed in een vrouwelijk Tirolerpakje. Het is geweldig om deze man te observeren. Dat met carnaval mensen in een compleet andere rol kruipen is met deze act volledig bewezen.

Insigne 2007 - Twee Faanttradities in één
De club legt zijn eigen historie vast, inspireert zichzelf, niet in de laatste plaats door zijn leuke tradities zoals het dèddelen met gips er eentje is en het benoemen van de Faantste Faant een andere. In 2007 wordt deze voor de 22e keer gekozen. Wie wordt het? Dat is ongewis, want de hoge zijde is over zijn oren getrokken, de spanning blijft er nog even in. Wel heeft ie een zilveren insigne in zijn handen. We herkennen het olifantje van 1983. Reden: Het is ons 25e insigne. Twee verhalen in één. Een samenloop van omstandigheden. Gevolg van vasthoudendheid, toewijding. CV de Faant en zijn allegorieën.

Insigne 2008 - 920 narren (3x11) » Recordaantal
‘Ze kanne nie oem oos henne’. Een inmiddels beroemde one-liner uit ons clublied. Trots en verbondenheid druipen ervan af. Een tikkie uitdagend, klinkt ie ook. Uitdagend in de goede zin van het woord, naar anderen, dwingend naar zichzelf, de lat hoog durven te leggen. Het staat aan de zijkant van het insigne. Een jubileum-nar met drie bellen is op een sokkel gezet. ‘3x11’ dan mag je jezelf op een voetstuk zetten. Afgetopte handschoentjes in de kleuren geel en groen, een knipoog van de ontwerper en een lange neus van De Faant. Jubileumjaren zijn er kennelijk om records te breken. Er zijn er maar liefst 920 gegoten en beschilderd, een nieuw record dat tot op heden niet overtroffen is. Heavy Decor maakt van dit insigne een metalen plaquette, dat bij de achteruitgang van Zaal Boelaars hangt als blijvende herinnering aan dit prachtige jubileum.

In de optocht van dat jaar zijn tevens alle insignes tot dan toe terug te zien, maar dan stukken groter dan normaal. Ze zijn namelijk op grote schaal nagemaakt en worden gebruikt in de presentatie voor de wagen. Zodoende worden de oude insignes in het jubileumjaar dus nogmaals vertoond aan alle bezoekers van de optocht van Ut Faantelaand. Een waardig eerbetoon aan deze mooie traditie van onze club.



Insigne 2009 - Kaizer Cor d’n Aparte
Een eerbetoon aan Kaizer Cor d’n Aparte die tijdens het jubileum van een jaar geleden als Kaizer is geïnstalleerd, als opvolger van Kaizer Bertus d’n Aparte. Cor wordt in het dagelijks leven wel eens gekscherend ‘Cor de Hoismus’ genoemd. Ironie uiteraard. We zien een huismus in een Napoleonuitrusting met op zijn hoofd een warm nest. Het nest van CV de Faant, ons domicilie Zaal Boelaars. Bij hun Zilveren bruiloft werden Cor en zijn vrouw Rietje ooit toegezongen met het nummer ‘Cor de Hoismus’, juist omdat hij zo vaak van huis was als actief lid van allerlei verenigingen.

Insigne 2010 - Poppenkastpop
Het motto is dit jaar: ‘De poepe aon ut daanse’. Vandaar deze carnavaleske poppenkastpop. Op de wagen van De Faant zien we ook veel poppenkastpoppen terug dit jaar.

Insigne 2011 - Twee kanten
Een insigne dat op twee manieren is te dragen, zoals we ook zagen in 1992, 1994 en 1999. Dit keer twee narren. Een lachende voor tijdens het carnaval. Een treurige voor als het ‘destaggenaovundlied’ klinkt. Vier gaatjes in het model. Dat is wel zo handig als je het op twee manieren zou willen dragen.

Insigne 2012 - Speelkaart 3x10
Een speelkaart met zowel een 3 als een 10, want 3 x 10 = 30. Het is namelijk het 30e insigne. Drie koppen, drie maskers in één geheel?

Insigne 2013 - Mardi Gras
De bouwers maken een wagen geïnspireerd op het wereldberoemde Cajun & Zydecofestival van Raamsdonksveer. Een hommage, want het is de 20e editie van dit fenomeen. Een Mardi Gras tafereel, een man met een krokodillenmasker op zijn hoofd, wasbord in zijn handen. De Mardi Gras kleuren groen, goud en paars domineren.

Insigne 2014 - Blaostummaroep
Het motto dit jaar is ‘Blaostummaroep’. In de jaren 50 en 60 liepen we met zijn allen in dezelfde blauwe boerenkiel. Er werd een varkensblaas opgeblazen. Als je daar een stok in stak, kon je een trommelend geluid maken. Je ging er mee langs de deuren om er het lied ‘Rommelpotterij’ te zingen met de bedoeling geld of snoep op te halen. In sommige dorpen is dit nog steeds een traditie. De boer trekt vanachter zijn masker een lange neus, want: ‘Blaostummaroep’.

Insigne 2015 - Oep haande gedraoge (33e insigine)
In dit jaar is het Faantelaandse motto: ‘Oep haande gedraoge’. Een nar, die zichzelf al spottend op handen draagt, houdt trots iets omhoog in zijn handen. Dat ‘iets’ is het allereerste insigne uit 1983. Althans in vorm en in kleur. De reden is het unieke feit dat de serie insignes dit jaar is aangevuld met de 33e uitgave.

Insigne 2016 - Van wirskaante bekeke
De ene keer komt het ontwerp voort uit het actuele motto, een andere keer heeft het betrekking op elementen uit de club zelf. Het motto van ut Faantelaand is ook nu inspiratie voor het model van 2016: ‘Van wirskaante bekeke’.

Insigne 2017 - Dansende Kozak
Een directe relatie ligt er ditmaal tussen het idee van het insigne en het ontwerp van de wagen. Het thema is Rusland. We zien een Kozak dansend op Kalinka. Er komen ruim 500 van die Kozakken uit de mallen. Op de trekkerombouw van de wagen zien we dit jaar ook zo’n danser.

Insigne 2018 - Peerdmènnekes
Een carnavalscreatie al vaker gezien in optochten: Een man zit op een paard. Of toch niet? Gezichtsbedrog? In Valkenswaard (Striepersgat in de dagen van de leut) is een Garde Van De Gele Rijders bestaande uit leden van CV De Tutters, die zich in de optocht als peerdmènnekes verplaatsen. Dit al vanaf 1962. In ut Faantelaand zou een olifant meer voor de hand liggen. Benieuwd wanneer we dit nog eens gaan zien in de optocht van Ut Faantelaand.
»» Meer informatie, de uitreiking en foto's over dit insigne vind je hier.

Insigne 2019 - Adieu Cor  » 44-jarig jubileum

Elk insigne vertelt zijn eigen verhaal. Het 37e insigne staat in het teken van het afscheid van onze Kaizer, die na 11 jaar trouwe dienst, het stokje doorgeeft aan Kaizer Ries d’n Aparte. Cor nam in 2008 het roer over van Kaizer Bertus d’n Aparte, die op zijn beurt de positie van Jan Kuijpers overnam. Bertus deed dit 28 jaar lang tijdelijk.
Op het insigne is te zien dat de nieuwe keizer de oude uitzwaait. De witte zakdoek is ook als uitzwaaisymbool de club binnen geslopen en is geïnspireerd op het nummer: ‘Adieu mijn kleine garde-officier’. Al vele jaren wordt dit lied gebruikt tijdens ‘de fistaovund’ wanneer de Prins met Raad van Elf worden uitgezwaaid. Aan de zijkant van het insigne staat de tekst: ‘Bedankt Kaizer Cor. Houdoe’.
In totaal zijn er ruim achthonderd gemaakt. Een deel van de opbrengst van de verkoop zal door CV De Faant worden geschonken aan De Kloosterhoeve, een huis voor mensen met de ziekte van Huntington. Cor Baardemans bezoekt hier dagelijks zijn vrouw Rietje.
»» Meer informatie over dit insigne, waaronder foto's van het ontwerp tot het eindproduct, vind je hier.

Insigne 2020 - ‘Ge heggut oef ge heggut nie’
D’n ene heggut wèl, d’n aandere heggut nie. Heddut nie, dan gaode oep wintersport, oem mar ’s wè te noeme. Heddut wèl, dan gaode ‘r oep oit. Vier daoge, vaif, misschient wel zes. Oep aswoensdag hed d’n ene ut nie, mar d’n aandere wir wèl. Van deus insigne kande naoderhaand ok zegge: ‘Ge heggut, oef ge heggut nie’. Schaft ‘m aon dan heddum, schaft ‘m nie aon (en dè zou loemp zain), dan heddum nie. Na de insignes van 1994, 1999 en 2011 is deus ut vierde insigne mee vier gaote. Al naor gelang oew gemoedstoestaand kande ‘m oemdraaje.
»» Meer informatie en foto's over dit insigne vind je hier.

Insigne 2021 - Mondkapkesinsigne
Het mondkapkesinsigne laat zien dat de wereld al ruim een jaar gebukt gaat onder de gevolgen van het coronavirus. Ook de carnavalswereld heeft er last van. Het verplicht dragen van een mondkapje behoort tot de standaardmaatregelen binnen Nederland. Maar met dit alternatieve, carnavaleske feestneusmondkapke wil het ontwerp aantonen dat er via een klein gaatje en een rietje nog best genoeg bier naar binnen kan worden gezogen, zonder dat je elkaar besmet.  Kortom: Als je in oplossingen denkt, kun je gewoon carnaval vieren.
»» Klik hier voor meer foto's en informatie over het insigne van 2021 inclusief uitreiking van de eerste aan André Fens.

Insigne 2022 - Proficiat Leuthappers

Carnavalsvereniging De Faant brengt  in het ontwerp van zijn 40e insigne een hommage aan een andere traditionele Faantelaandse carnavalsvereniging. Het eerbetoon is voor CV De Leuthappers dat dit jaar zijn 44-jarig bestaan gaat vieren. In het insigne is te zien een Faant die een Leuthapper meeneemt in de polonaise. De twee oudste clubs van het Faantelaand waren mede met CV De Reutefleutes en CV De Laanterfaanters de pioniers van het huidige Veerse carnaval. De onderlinge rivaliteit tussen de clubs bracht de kwaliteit van de optocht en het blèrconcours in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw naar een hoog niveau. Bovendien begonnen zowel De Faant als De Leuthappers al in hun prille bestaan aan een overeenkomstige traditie: Het jaarlijks uitbrengen van een clubinsigne. Allebei hebben ze de ontwerpers en schilders binnen hun eigen domicilie. De gipsen insignes zijn naast een mooie traditie ook een welkome bron van inkomsten. Een stukje carnavalskunst -en nijverheid met een sociale basis. CV De Faant brengt voor het carnaval 2022 zijn 40e insigne. De eerste verscheen in 1983, naar een ontwerp van Jos Marcelissen. Sindsdien zijn ze niet meer weg te denken in de carnavalswereld. Niet alleen melden zich steeds meer  verzamelaars binnen de gemeente. Inmiddels is er van heinde en ver belangstelling voor de fraaie collectie. 
»» Klik hier voor meer foto's en informatie over het insigne van 2022 inclusief uitreiking van de eerste aan Hannie Berende.

Insigne 2023 - Aangekondigd afscheid
Ontwerp_gips_-_Insigne_2023.jpg
Aanvankelijk lag er een ander ontwerp klaar, maar de mededeling van Hubert om met de zaak uiterlijk 2024 te stoppen bracht een ander idee naar boven. Het model is in de vorm van een B. Zoals in het logo van de firma Boelaars opgenomen. We zien de luifel van het café met daarop onze bekende carnavaleske geveldecoratie. Rond carnaval niet meer weg te denken in het Faantelaand. Maar de 11 glazen die onze anders altijd zo vrolijke Faant in zijn handen had zijn verdwenen. Ze zijn voor de laatste keer opgehaald. Dit maakt hem verdrietig. Hij pinkt een traantje weg. Onder de bogen achter de ramen halen Faanten in hun vertrouwde domicilie nog eens prachtige herinneringen op met elkaar. En die zijn er heel veel. Ze kijken met plezier terug. Een ode aan onze gastheer Boelaars. Een ode aan domicilie De Faant. Wat een hoop prachtige verhalen hebben we met elkaar gemaakt. En om het verhaal af te maken... Die vrolijke koppen achter de ramen zijn in fruitvorm. Niet geheel toevallig.
»» Klik hier voor meer foto's van het insigne en de uitreiking van het eerste exemplaar.

Insigne 2024 - Nieuw domicilie De Witte Leeuw
Waar insigne nummer 41 in het teken stond van ons naderende afscheid bij Boelaars dat jarenlang ons domicilie geweest is staat het 42e insigne voor de toekomst van ons nieuwe thuishonk.  Waar de ene deur sluit opent zicht echter een andere en vanaf 2024 trekken wij vol goede moed met onze CV naar De Witte Leeuw. Het insigne illustreert dan ook een Faant die getooid met een leeuw op zijn hoofd de sleutel krijgt van ons nieuwe domicilie. 
»» Klik hier voor meer informatie over het insigne van 2024.








Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!